Niet goed communiceren zet je meteen op achterstand
"Niet goed communiceren zet je meteen op achterstand"
Bob Veldhuis, eigenaar van Veldhuis Advies, zag als puber een topfunctie bij Shell wel zitten. Minister-president van Nederland worden? Dat leek hem ook wel wat. Het waren kinderlijke dromen die niet helemaal strookten met zijn inzet op school. Maar ze verraadden wel een fikse dosis zelfvertrouwen. Dat zelfvertrouwen bleef, zijn toekomst liep anders.
“Mijn vader had een verzekeringskantoor in Heerde. Hij overleed in 1988. Acute hartstilstand. Hij was 55, ik was 22.” Bob, als enige medewerker van zijn vader, verraste vriend en vijand door het kantoor over te nemen. “Ik had toen eerlijk gezegd nog niet zoveel met verzekeringen, maar zag wel veel voordelen in het ondernemerschap. In eigen baas zijn, want ik heb een beetje een autoriteitsprobleem. Ik kan erg slecht tegen mensen die zeggen wat ik moet doen.”
22 jaar en al werkgever
Ondanks de verdrietige aanleiding had hij – 22 jaar jong – wel een ambitie: groter groeien. “Als broekie dacht ik: met een groot kantoor ligt de wereld voor me open.” Na een half jaar nam hij zijn 1e medewerker aan. “Bloedspannend was dat. Een vacature opstellen, sollicitatiebrieven beoordelen, gesprekken voeren. Ineens werd ik werkgever.” Anderhalf jaar later kwam de 2e medewerker erbij. “Ik ontdekte dat vooral de gesprekken ertoe deden, het gevoel moet goed zijn.” Ook op andere vlakken nam Bob zijn ondernemerschap zeer serieus. Hij liet vanaf het begin op allerlei branchebijeenkomsten zijn neus zien. Jaren later werd hij de jongste voorzitter van de NVA/Adfiz ooit.
‘Eigenlijk ben ik aartslui’
Hij noemt zijn eigen manier van leidinggeven gekscherend ‘aartslui’. “Ik laat veel aan onze medewerkers over. Ik ben er heilig van overtuigd dat dit enerzijds ultiem werkplezier oplevert en dat je anderzijds alle potentieel aanboort dat je in huis hebt. Voorwaarde is natuurlijk dat je goede mensen aanneemt.” Vrijheid bieden betekent ook dat er ruimte is voor discussies. “Op het scherpst van de snede, soms echt met de kop in de wind. Dat is nodig en nuttig, want met alleen ja-knikkers kom je niet verder.”
‘Ik had slapeloze nachten’
Het is niet zo dat hij met al zijn zelfvertrouwen geen strubbelingen kent. “Af en toe moet je ook je verlies nemen. Zo fuseerden we in 2000 met een makelaars- en hypotheekkantoor. Plots zaten we met 5 aandeelhouders om de tafel en groeiden we snel naar 70 medewerkers. Fantastisch. Maar ik merkte dat ik mezelf gaandeweg verloor. Ik herkende mijn eigen bedrijf niet meer. Slapeloze nachten had ik ervan. Uiteindelijk heb ik mijn medeaandeelhouders gezegd: ‘Dit werkt voor mij niet. Koop me maar uit’.” Dat gebeurde niet, maar na heel veel overleggen besloten we in 2007 de fusie weer terug te draaien.
Als 1 collectief de crisis te lijf
Bob gleed daarna met zijn kantoor de financiële crisis in. “Lehman Brothers viel. Met onze medewerkers heb ik gepraat over mijn verwachtingen. We willen nog steeds groeien. Dat is geen doel maar een middel. Bedrijfscontinuïteit is namelijk onze hoogste ambitie.” Hij deelde zijn ideeën, stimuleerde iedereen om heersende zorgen of meningen te delen. Het leidde tot verbondenheid en veel vertrouwen in de organisatie en in elkaar. Strijdbaar en als 1 collectief bood Veldhuis Adviesgroep de crisis het hoofd. “We deden wat we met elkaar hadden afgesproken: met elk klantsignaal iets doen. We konden het ons in die periode niet permitteren om te zeggen: ‘Och, dat komt wel’.
‘Stel wat vaker die waarom-vraag’
Communicatie is hier de succesfactor geweest. “Ik vind dat je altijd moet uitleggen waaróm je iets doet. Waarom-vragen worden veel te weinig gesteld, in bedrijfsleven en in politiek. Dat leidt tot slap beleid zonder principes. Beargumenteer, praat, luister. Communiceer. Kun je dit niet, dan sta je als leider meteen 1-0 achter.”