Nu overstappen op middelloon voor partner- en wezenpensioen ?

Bij een verzekerd partner- of wezenpensioen mogen pensioenuitvoerders nog tot 1 januari 2018 de middelloonfranchise toepassen. Met deze tijdelijke maatregel wordt tegemoet gekomen aan de uitvoeringsproblemen bij de pensioenuitvoerders van het Witteveen kader 2015.
De toezegging van de staatssecretaris is er dus niet op gericht om het partner- en wezenpensioen te verbeteren maar om de uitvoeringspraktijk een handje te helpen. Jammer, want het was wel een leuk gebaar geweest als nabestaanden niet de dupe waren geworden van de geldhonger van de overheid. Deze gevolgen voor het partner- en wezenpensioen zullen toch niet de bedoeling zijn geweest? Is gebruik maken van de overgangsregeling een goede oplossing?
Helaas is wel gekeken naar de franchise maar niet naar het opbouwpercentage. Dat betekent concreet dat ondanks de goedkeuring van de staatssecretaris er geen goede oplossing is voor het partner- en wezenpensioen. Het lage opbouwpercentage eindloon blijft immers onverkort van toepassing. Dat betekent dat veel werknemers fors achteruit gaan in hun partner- en wezenpensioen.
De eindloonregeling voor het partner- en wezenpensioen is ook lastig uit te leggen aan werknemers en werkgevers. Heb ik dan een eindloonregeling? Ja, maar alleen voor het partner- en wezenpensioen. Hoe zijn we er in geslaagd om iets relatief simpels zo ingewikkeld te maken?
Wie het weet mag het zeggen. Wat is er tegen op overgaan naar een middelloon toezegging? Nu komen we de uitvoerders weer tegen want die kunnen dit veelal (nog) niet aan. Een middelloon toezegging voor het partner- en wezenpensioen levert over het algemeen een hoger partner- en wezenpensioen op (uitzonderingen met zeer sterke salarisstijgingen daargelaten).
Mijn conclusie is dan ook dat overgaan van eindloon naar middelloon de beste oplossing is.