• Persoonlijk advies
  • Alle kennis in huis
  • Complete oplossingen
  • Volledig ontzorgd
  • klantwaardering 9,1

Miljoenennota: Belastingstelsel herzien

Miljoenennota: Belastingstelsel herzien

Verhogen verlaagde btw-tarief

Volgens het kabinet is het belasten van consumptie economisch minder verstorend dan het belasten van inkomen. Om die reden wordt voorgesteld om per 1 januari 2019 het verlaagde btw-tarief te verhogen van 6% naar 9%. Door het samenstel van fiscale maatregelen gaan – ondanks deze verhoging - alle inkomensgroepen er de komende jaren in koopkracht op vooruit. Er wordt voor deze verhoging geen overgangsmaatregel getroffen.

Tweeschijvenstelsel

De tarieven in de tweede en derde schijf van het huidige stelsel worden stapsgewijs gelijkgetrokken met het nieuwe tarief in de eerste schijf (basistarief). Door de invoering van het tweeschijvenstelsel ontstaat een meer proportionele heffing van inkomstenbelasting en premie voor de volksverzekeringen, met een gezamenlijk basistarief voor het inkomen tot en met 68.507 euro en een toptarief voor het inkomen boven 68.507 euro.

In 2021 is het gezamenlijke basistarief 37,05 procent. Dat is bijna 4 procentpunt lager dan het huidige belastingtarief van de derde schijf. Het nieuwe toptarief komt uit op 49,5 procent, 2,5 procentpunt lager dan het huidige toptarief. Door de invoering van het tweeschijvenstelsel neemt het besteedbaar inkomen van belastingplichtigen met een inkomen in de huidige tweede, derde en vierde belastingschijf toe.

Drie schijven voor AOW-gerechtigden

Voor AOW-gerechtigden die niet alle premies volksverzekeringen betalen ontstaat een drieschijven stelsel. De eerste schijf tot een inkomen van 68.507 euro wordt opgedeeld in twee delen.

Voorgesteld wordt om het beginpunt van de hoogste tariefschijf gedurende de kabinetsperiode (tot en met 2021) te bevriezen op het niveau van 2018. Doordat het beginpunt van deze hoogste tariefschijf niet wordt geïndexeerd blijft deze schijf gedurende de kabinetsperiode beginnen bij een inkomen van meer dan 68.507 euro. Door deze bevriezing krijgen mensen eerder te maken met het toptarief. Na 2021 kan het beginpunt van de hoogste schijf weer aangepast stijgen.

Verhoging ouderenkorting

Het kabinet stelt voor om het hoge bedrag van de ouderenkorting met 115 euro te verhogen. Na indexatie en de voorgestelde verhoging bedraagt de maximale ouderenkorting in 2018 1.418 euro (in 2017 1.292 euro). Met deze verhoging van de ouderenkorting verbetert de koopkracht van pensioengerechtigden met een verzamelinkomen van niet meer dan 36.057 euro structureel.

Tariefmaatregel grondslag verminderende posten

Onder de huidige regeling, die sinds 2014 geldt, daalt het tarief van de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning met 0,5 procentpunt per jaar in de periode 2014 tot 2042. Het voorstel is om deze afbouw met ingang van 2020 te versnellen naar 3 procentpunt per jaar. Per 2023 is het aftrektarief 37,05%. Dit tarief is dan gelijk aan het gezamenlijke basistarief dat vanaf 2021 van toepassing is binnen het tweeschijvenstelsel.

Hetzelfde afbouwtraject gaat vanaf 2020 ook gelden voor de andere grondslagverminderende posten, te weten:

  • de ondernemersaftrek, bestaande uit de zelfstandigenaftrek, de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek, de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid en de stakingsaftrek.
  • de MKB-winstvrijstelling, mits het gezamenlijke bedrag van de met de ondernemersaftrek verminderde winst positief is.
  • de terbeschikkingstellingsvrijstelling, mits het gezamenlijke bedrag van het resultaat uit werkzaamheden positief is.
  • de persoonsgebonden aftrek, op dit moment bestaande uit de uitgaven voor onderhoudsverplichtingen, de uitgaven voor specifieke zorgkosten, de weekenduitgaven voor gehandicapten, de scholingsuitgaven, de uitgaven voor monumentenpanden, de aftrekbare giften, het restant persoonsgebonden aftrek van voorgaande jaren en – op grond van overgangsrecht – verliezen op beleggingen in durfkapitaal.

Verhoging van de algemene heffingskorting

Om ook lagere inkomens de vruchten te laten plukken van de lastenverlichting, is het voorstel om het maximum van de algemene heffingskorting in 2019, 2020 en 2021 geleidelijk te verhogen met in totaal € 358. Door de verhoging van de heffingskorting en de andere voorgestelde tariefmaatregelen wordt het afbouwtraject van de algemene heffingskorting steiler.

Maatregelen arbeidskorting

Het voorstel is het maximum van de arbeidskorting te verhogen, over een langer inkomenstraject op te laten lopen en steiler af te bouwen. De verwachte maximale arbeidskorting bedraagt door de maatregelen € 3.945 in 2021 en wordt bereikt bij een inkomen van ongeveer € 36.000. De arbeidskorting wordt vanaf dat inkomen met een percentage van 6% afgebouwd, waardoor de arbeidskorting bij een inkomen van iets meer dan € 100.000 op nihil uitkomt.

Overige wijzigingen

Verhoging maximale vrijwilligersregeling

Personen die als vrijwilliger werkzaam zijn mogen onbelast een vergoeding en verstrekking ontvangen van in totaal maximaal € 150 euro per maand en € 1.500 per kalenderjaar.
De organisatie waarvoor zij als vrijwilliger werkzaam zijn, is hierover ook geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd. Het kabinet stelt voor om met ingang van 1 januari 2019 het plafond van de vrijwilligersregeling te verhogen tot € 170 per maand en € 1.700 per kalenderjaar.

Ruimere werking sportvrijstelling in de BTW

Op dit moment geldt de sportvrijstelling alleen voor organisaties zonder winstoogmerk. Het moet daarbij gaan om de sportdiensten aan hun leden. Het Europese Hof van Justitie vond deze Nederlandse vrijstelling te beperkt. De sportvrijstelling moest volgens het Hof ook gelden voor sportdiensten aan andere dan leden. In het Belastingplan 2019 is daarom een verruiming van de huidige sportvrijstelling opgenomen. Het gevolg van de verruiming is dat de BTW-heffing voor het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie komt te vervallen. Organisaties kunnen daardoor ook de voorbelasting op de kosten van en investeringen in de sportaccommodaties niet langer in aftrek brengen. Dit betekent een groot nadeel voor deze organisaties. Om dat te compenseren komt er een subsidieregeling voor sportverenigingen en een specifieke uitkering voor gemeenten.

Hogere belasting op aardgas, goedkopere elektriciteit

Het kabinet wil de belasting op vervuilende energie (aardgas) verhogen en de belasting op schonere energie (elektriciteit) verlagen per 1 januari 2019. Met deze maatregel geeft het kabinet voorrang aan schone energie, zoals ook is afgesproken in het Klimaatakkoord. Door het hoger belasten van aardgas wil het kabinet alternatieve warmte door middel van bijvoorbeeld elektrische warmtepompen of duurzame aardwarmte aantrekkelijker maken.

  • Tarieven energiebelasting
    Energiebelasting is een heffing over elke verbruikte kWh stroom en m3 gas die u verbruikt. Alle kosten hiervan zijn in de eindafrekening inbegrepen. Het tarief voor de energiebelasting van aardgas gaat in de eerste schijf met € 0,03 per m3 omhoog. Elektriciteit gaat met € 0,0072 per kWh omlaag.
  • Verlaging van de belastingvermindering
    Energie is een basisbehoefte. Het kabinet stelt voor om de belastingvermindering in de energiebelasting met € 51 te verlagen, van € 308,54 naar € 257,54. De belastingvermindering is een vast bedrag dat per aansluiting in mindering wordt gebracht op de voor de levering van elektriciteit verschuldigde energiebelasting.

Gerelateerde berichten

Scroll naar boven